Omgevingswet

Op 1 januari 2022 treedt de Omgevingswet in werking. Moet u zich als bedrijf, ontwikkelaar of vastgoedeigenaar hier op voorbereiden, of verandert er niet zoveel?

Het doel en de uitgangspunten van de Omgevingswet zijn inmiddels onder een breed publiek verspreid, maar de gevolgen van deze wet zijn bij velen nog onbekend. Overheden zijn al jaren bezig met de voorbereiding, maar wat gaat de gebruiker er straks van merken? Het stelsel van de Omgevingswet stelt de gebruikers centraal. Het is dus de bedoeling dat er meer ruimte is om te ondernemen en de procedures korter te maken.

Dat is onder andere te zien aan:

  1. vergunning, 1 bevoegd gezag;
  2. 'ja, mits'-principe in plaats van 'nee, tenzij'-principe;
  3. regels op 1 plek;
  4. participatiemogelijkheid voor burgers aan de voorkant bij beleidsontwikkeling;
  5. ruimte om te anticiperen.

Om bovenstaande doelen te bereiken, zijn vier verbeterdoelstellingen gesteld:

  1. de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht vergroten;
  2. de fysieke leefomgeving samenhangend benaderen;
  3. de bestuurlijke afwegingsruimte voor de fysieke leefomgeving vergroten;
  4. de besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving versnellen en verbeteren.
  5. Onder de Omgevingswet komen er nieuwe instrumenten. Onderstaand zijn de verschillen tussen de instrumenten van de Omgevingswet en de huidige instrumenten weergegeven.

Instrumenten Omgevingswet
Omgevingsvisie                                           
Omgevingsplan                                            
Omgevingswaarden                                      
Omgevingsvergunning                                   
Projectbesluit                                                

Huidige instrumenten
Structuurvisie/beleid
Bestemmingsplan
Regels/verordeningen
Omgevingsvergunning, watervergunning, vergunning Wet natuurbescherming, Wbr-vergunning, etc.
Tracébesluit, Projectplan, Inpassingsplan, Coördinatie, Projectuitvoeringsbesluit

Omgevingsvergunning

Hoewel het streven was om qua vergunningen uit te komen op “1 vergunning, 1 bevoegd gezag,” is voor wateractiviteiten uiteindelijk alsnog gekozen voor een aparte vergunning met een eigen bevoegd gezag. Een groot voordeel is dat door het samenvoegen van verschillende vergunningenstelsels sprake is van een integrale benadering, waardoor de gestelde verbeterdoelstellingen gehaald kunnen worden.

Omgevingsplan

Bestemmingsplannen worden op basis van artikel 21.1, juncto 4.6, lid 1 van de Invoeringswet Omgevingswet van rechtswege omgevingsplannen. In artikel 22.4 Invoeringswet Omgevingswet is bepaald dat het tijdelijk deel van het omgevingsplan bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip zal gaan vervallen. Naar verwachting is dat binnen een periode van 10 jaar.

Wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsbevoegdheid

De Omgevingswet gaat uit van flexibele mogelijkheden die bestemmingsplannen niet kennen. De systematiek van de Omgevingswet en de gedachte van de Omgevingswet is dus lastig toe te passen bij bestemmingsplannen die van rechtswege Omgevingsplannen worden.

In de huidige systematiek van ruimtelijke ordening is het mogelijk om bij vaststelling van een bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid of een uitwerkingsbevoegdheid op te nemen. Deze bevoegdheden worden niet overgenomen in de Omgevingswet. Wel biedt artikel 2.8 van de Omgevingswet een delegatiebevoegdheid, waardoor de gemeenteraad bevoegdheden kan delegeren aan het college van burgemeester en wethouders. Het bijzondere is alleen dat het overgangsrecht geen specifieke bepalingen heeft opgenomen met betrekking tot wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsbevoegdheden. Het nieuwe stelsel biedt dus geen overgangsrecht voor het behouden van de wijzings- en uitwerkingsbevoegdheden.

Projectbesluit

De term ‘projectbesluit’ werd tussen 1 juli 2008 (inwerkingtreding nieuwe Wro) en 1 oktober 2010 (inwerkingtreding Wabo) gebruikt als overgang tussen de artikel 19 WRO procedure en de omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan. De nieuwe term ‘projectbesluit’ in de Omgevingswet regelt niet alleen planologische toestemming, maar heeft als doel om alle toestemmingen op een integrale wijze te regelen voor een project. In de meeste gevallen is een dergelijke integrale aanpak ook met de huidige regelgeving mogelijk. In de huidige situatie wordt een dergelijke procedure met name doorlopen bij een Tracébesluit of een inpassingsbesluit voor bijvoorbeeld de aanleg van wegen.

De Crisis- en herstelwet kent het instrument ‘projectuitvoeringsbesluit’, wat vergelijkbaar is met een projectbesluit in de zin van de Omgevingswet.

Participatie

Voor bedrijven, ontwikkelaars, vastgoedpartijen en huiseigenaren is het voornamelijk van belang dat op basis van artikel 16.55, lid 6 van de Omgevingswet (met verwijzing naar Omgevingsregeling) bij een omgevingsvergunningaanvraag de initiatiefnemer moet aangeven of en zo ja, hoe hij aan participatie heeft gedaan.

Er is niet bepaald waar een participatietraject aan moet voldoen, dit betreft maatwerk. 

Wilt u weten wat de Omgevingswet voor u betekent, neem gerust contact met ons op


Meer weten over deze dienst?

Martijn van der Hulst
Roland Mans

Onze specialisten op dit gebied zijn
Roland Mans en Martijn van der Hulst

Bel naar 020 - 262 1 242 of mail via onderstaand formulier.

Neem contact met ons op