Boetebedingen in algemene voorwaarden steeds vaker onredelijk
September 2016
door Jeroen Corten
Het komt steeds vaker voor dat Nederlandse rechters boetebedingen uit algemene voorwaarden bestempelen als een onredelijk bezwarend. De bedingen worden dan in zijn geheel vernietigd en de boete hoeft niet te worden betaald.
Deze ontwikkeling vloeit waarschijnlijk voort uit het feit dat Nederlandse rechters, sinds een uitspraak van de Hoge Raad van 13 september 2013, steeds vaker beoordelen of bedingen in consumentenovereenkomsten als oneerlijk moeten worden beschouwd. De Hoge Raad heeft in die uitspraak, in navolging van de Europese rechter (het Hof van Justitie EU), bepaald dat Nederlandse rechters contractuele bedingen in consumentenovereenkomsten ambtshalve moeten toetsen aan de ‘Europese Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten’. Dat rechters dat ‘ambtshalve’ moeten doen, betekent dat rechters de oneerlijkheid van de bedingen ook moeten beoordelen als dit in de procedure niet als argument is aangevoerd en zelfs als de gedaagde partij niet op is komen dagen. Als het beding oneerlijk is moet het beding in zijn geheel buiten toepassing gelaten worden. De rechter mag de boete bijvoorbeeld niet alleen maar matigen. Dit levert een aantal interessante uitspraken op.
Zo heeft de Rechtbank Amsterdam in een door Corten De Geer behandelde zaak op 17 juni 2015 een uitspraak gedaan waarin een boeteclausule uit een erfpachtcontract voor een zelfbouwkavel vernietigd werd. De clausule bepaalde dat de erfpachter een boete van € 10.000,- per maand moest betalen als hij zijn huis te laat afgebouwd zou hebben. De hoogte van de boete stond volgens de rechtbank niet in redelijke verhouding tot het belang dat de gemeente had bij een tijdige afbouw. In deze zaak is door de Gemeente overigens hoger beroep ingesteld. Een arrest wordt 18 oktober 2016 verwacht.
Ook interessant is een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 22 februari 2016. Deze zaak ging er over dat iemand in een parkeergarage van Q-park “treintje had gereden”. Men rijdt dan met twee auto’s bumper aan bumper de parkeergarage uit om maar voor één auto te hoeven betalen. In de algemene voorwaarden van Q-park was daar een boete op gesteld van € 1.000,-. Die boete werd niet betaald en de dader werd dus gedagvaard. Ondanks het feit dat de dader niet kwam opdagen werd de boeteclausule door de rechter ambtshalve vernietigd. Q-park had zich in deze zaak zelf in de voet geschoten door de boete alvast te matigen en slechts een bedrag van € 365,- te vorderen, omdat ze een boete van € 365,- als voldoende afschrikwekkend beschouwde. Dat gebaar bleek niet handig. De rechter oordeelde toen dat Q-park de boete van € 1.000,- dus kennelijk ook niet redelijk vond en wees de vordering af. Q-park leerde overigens wel snel van haar fouten want in een uitspraak van 26 januari 2016 wordt dezelfde boete in eenzelfde zaak over “treintje rijden” wel opgelegd. In die zaak had Q-park de boete niet zelf gematigd.
Een categorie van boetebedingen die met grote regelmaat wordt vernietigd zijn boetebedingen die oneindig hoog op kunnen lopen, omdat er geen limiet op zit.
Aangezien rechters de oneerlijkheid dus nu in alle zaken waarin het gaat om boetebedingen die worden opgelegd aan consumenten moeten beoordelen, zijn er ook steeds meer uitspraken waarin boetebedingen worden vernietigd. Daardoor wordt ook steeds meer duidelijk wat nu eigenlijk oneerlijke bedingen zijn en wat niet. Let er dus op dat als u in uw contracten of algemene voorwaarden boetebedingen gebruikt, u goed nadenkt over de redelijkheid van die bedingen en de vraag of die in verhouding staan tot de daarmee nagestreefde belangen. Als dit soort bedingen zonder nadenken in contracten worden opgenomen loopt u immers het risico dat de boeteclausule een papieren tijger wordt. Als u als consument geconfronteerd wordt met een boete kan het bij hoge boetes interessant zijn om niet te betalen en de rechter te laten beoordelen of het beding wel eerlijk is. U hoeft daarvoor niet eens op te komen dagen bij de rechter.