#27 de Huurcommissie blijft coulant bij groepshuur
De Huurcommissie blijft coulant bij groepshuur
De Huurcommissie meldt coulanter om te gaan met groepshuur dan verhuurders vreesden naar aanleiding van de nieuwe huurwetgeving.
Met de Wet betaalbare huur (WBH) is de definitie van een zelfstandige woonruimte beperkt, zo lijkt het. Verhuur aan meer dan twee personen die niet samen een gemeenschappelijke huishouding voeren, wordt aangemerkt als verhuur van onzelfstandige woonruimte. Dit is opgenomen in het aangepaste Besluit huurprijzen woonruimte.
Gevolg hiervan zou zijn dat drie of meer woningdelers (zoals studenten) tegenover hun verhuurder recht hebben op kamerhuurprijzen volgens de puntentelling, ook al is een hogere huurprijs voor een zelfstandige woning afgesproken. Dit zou een forse huurprijsverlaging bij groepscontactverhuur tot gevolg hebben. Hierdoor zou de veelgebruikte constructie van verhuur van een zelfstandige woonruimte tegen een vrije sectorhuurprijs aan drie of meer woningdelers categorisch de kop worden ingedrukt. Bij gebrek aan overgangsrecht zou dat ook gelden voor bestaande situaties van vóór 1 juli 2024, de datum van invoering van de WBH. Woningdelers met oude huurcontracten zouden dus ook recht hebben op kamerhuurprijzen, zo leek het.
In een recente uitspraak van Huurcommissie van 20 november 2024 is al gebleken dat de soep niet zo heet wordt gegeten en de Huurcommissie oude situaties beoordeelt zoals zij dat deed voor de invoering van de nieuwe huurwetgeving.
Recent heeft de Huurcommissie kenbaar gemaakt dat zij ook nieuwe situaties beoordeelt zoals zij dat altijd heeft gedaan. Wat de Huurcommissie betreft is de definitie van de zelfstandige woonruimte niet veranderd sinds de WBH. De Huurcommissie zet haar oude beleid voort. De huurprijs bij verhuur van een zelfstandige woonruimte in de vrije sector aan een groep bevriende studenten, de bekende ‘Friends-contracten’, laat de Huurcommissie intact, aldus de Huurcommissie. Wel blijft de Huurcommissie zich mengen in constructies waarbij woningdelers die elkaar niet kennen met een geliberaliseerde huurprijs worden geconfronteerd. Deze ‘tot elkaar veroordeelde’ woningdelers, maken als voorheen aanspraak op kamerhuurprijzen.
Dit is goed nieuws voor verhuurders en ook voor bevriende woningdelers. De laatste groep heeft weer meer kans op (prijzige) woonruimte.
Het is nog wel afwachten hoe de rechterlijke macht met deze situatie om zal gaan en of de visie van de Huurcommissie gevolgd gaat worden…
CDGA houdt u op de hoogte!