
Roland Mans (1969) studeerde in 1994 af in het staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden. Vervolgens was hij tot 1999 als stafjurist werkzaam bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In 2000 maakte hij de overstap naar de advocatuur. Tot 2015 werkte hij bij De Clercq Advocaten Notarissen in Leiden waar hij zich specialiseerde in het algemene bestuursrecht, het omgevingsrecht, het subsidierecht en het overheidsaansprakelijkheidsrecht.
Begin 2016 richtte hij met twee partners het Amsterdamse vastgoed- en bestuursrechtkantoor van State Advocaten op dat eind 2018 is samengegaan met Corten De Geer Vastgoedadvocaten. Sindsdien is hij hier als partner werkzaam.
Roland is een zeer ervaren, creatieve en betrokken bestuursrechtadvocaat. Hij werkt vanuit de overtuiging dat onze overheid alleen optimaal kan functioneren als voldoende tegenwicht aan haar wordt geboden. Dat geldt zowel voor samenwerking met bestuursorganen als voor conflicten daarmee. Hij procedeert graag en goed, maar alleen als een buitengerechtelijke oplossing niet haalbaar is gebleken.
Roland is ook schrijver. Van hem verschenen de volgende boeken: Het Verdwijnboek (2002), De Gele Trui (2003), De Uilenvlucht (2009), Het Sleutelgeheim (2017), De Ontsnapping (2020), Opeens Zijn Wij De Vijand (2023), Alleen Blaffen Als Je Kan Bijten (2024) en Mijn Vader Gaf Mij Loetje (2025).
In zijn vrije tijd is hij vaak op zijn racefiets te vinden.
Rechtsgebiedenregister (art. 35 b lid 1 Regeling op de Advocatuur)
Roland Mans staat geregistreerd op het hoofd-rechtsgebied bestuursrecht. Deze registratie verplicht de advocaat om ieder kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse Orde van Advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd hoofdrechtsgebied.













