De overheid kan verschillende maatregelen nemen om overtredingen te beëindigen of te bestraffen. Zo kan zij een last onder dwangsom opleggen, waarmee u verplicht wordt de overtreding te beëindigen op straffe van een geldbedrag. Bij bestuursdwang grijpt de overheid zelf in om de overtreding te beëindigen, vaak op uw kosten. Daarnaast kan een bestuurlijke boete worden opgelegd om te straffen. Een last onder dwangsom of bestuursdwang is vooral bedoeld om de overtreding te stoppen, terwijl een boete wordt opgelegd om te straffen.

Een voornemen tot handhaving is een schriftelijke mededeling van de overheid dat zij van plan is een handhavingsmaatregel te nemen. U kunt binnen de gestelde termijn reageren door een zienswijze in te dienen.

Tegen een last onder dwangsom, bestuursdwangbesluit of boete kunt u binnen zes weken bezwaar maken bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Wordt het bezwaar afgewezen, dan kunt u daarna beroep instellen bij de bestuursrechter. Daarna is er nog de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Ja, dat kan. Als u vermoedt dat iemand een overtreding begaat, kunt u een verzoek tot handhaving indienen. Alleen belanghebbenden kunnen een dergelijk verzoek doen. Het verzoek moet concreet zijn en ondersteund worden met bewijs.

Overheidsinstanties hebben een wettelijke beginselplicht tot handhaving. Dit betekent dat zij verplicht zijn op te treden bij geconstateerde overtredingen, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. Dit voorkomt willekeur en zorgt voor consistent toezicht. Redenen om af te zien van handhaving kunnen zijn dat het onevenredig is, of dat er zicht is op legalisatie van de overtreding, bijvoorbeeld via een vergunning.